Dans la seconde branche du moyen, les parties requérantes affirment que, après avoir déclaré s'en référer aux lois coordonnées sur les sociétés commerciales, la Région wallonne « s'en est néanmoins écartée de manière considérable, aboutissant ainsi à mettre entre parenthèses des règles adoptées par le législateur fédéral en vue de mettre le système juridique belge du droit des sociétés en conformité avec les règles supérieures du droit communautaire bénéficiant de l'effet direct et de la primauté sur le droit interne ».
In een tweede onderdeel van het middel betogen de verzoekende partijen dat het Waalse Gewest, na te hebben verklaard te verwijzen naar de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, « er toch aanzienlijk van is afgeweken, wat zo leidde tot het terzijde schuiven van de regels aangenomen door de federale wetgever met het oog op het in overeenstemming brengen van het Belgische juridische systeem van het vennootschapsrecht met de hogere regels van het gemeenschapsrecht die directe werking en voorrang op het nationale recht genieten ».