Les requérants considèrent que sont violés en particulier les articles 1er, 2, 2 et 48 de l'arrêté royal du 26 septem-bre 1994, qui disposent, primo, que l'agent se trouve dans une situation statutaire à laquelle il ne peut être mis fin que dans les cas prévus par cet arrêté et que l'engagement sous contrat de travail n'est possible que dans certains cas exceptionnels bien déterminés, secundo, que nul ne peut perdre la qualité d'agent avant l'âge normal de la retraite, sauf dans les cas prévus par la législation relative aux pensions ou par l
'arrêté royal du 26 septembre 1994. ...[+++] De verzoekers zijn van oordeel dat inzonderheid de artikelen 1, 2, 2 en 48 van het konink
lijk besluit van 26 september 1994 geschonden zijn, die vaststellen, primo, dat de ambtenaar zich in een statutaire toestand bevindt waaraan slechts een einde kan worden gemaakt in de bij het besluit bepaalde gevallen en dat indienstneming bij arbeidsovereenkomst slechts in uitzonderlijke, welbepaald omschreven gevallen mogelijk is, en, secundo, dat niemand zijn hoedanigheid van ambtenaar kan verliezen vóór de normale leeftijd van inrustestelling, behalve in de gevallen bepaald door de pensioenwetgeving en het koninklijk besluit van 26 september 1994
...[+++].