Le programme de La Haye affirme le principe selon lequel « la confiance mutuelle doit reposer sur la certitude que tous les citoyens européens ont accès à un système judiciaire satisfaisant aux exigences de qualité les plus élevées », et demande la mise en place « d’un système d’évaluation objective et impartiale de la mise en œuvre des politiques de l’UE qui, dans le même temps, respecte pleinement l’indépendance du pouvoir judiciaire ».
In het Haags programma wordt het beginsel bevestigd dat “het wederzijdse vertrouwen gebaseerd (moet) zijn op de zekerheid dat alle Europese burgers toegang hebben tot een justitieel stelsel dat voldoet aan hoge kwaliteitsnormen” en wordt erop aangedrongen “een stelsel (in te voeren) dat voorziet in een objectieve en onpartijdige evaluatie van de uitvoering van het EU-beleid op het justitiële terrein, en dat daarnaast de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ten volle respecteert”.