En conclusion, non seulement le critère du coût du service, c'est-à-dire la charge financière du fonctionnement d'une chambre par rapport au nombre des dossiers traités, n'a pas été pris en considération par le législateur mais encore le respect du principe constitutionnel d'égalité et de non-discrimination eût imposé de le prendre en compte au regard du service à rendre.
Kortom, de wetgever heeft het criterium van de kostprijs van de dienst, namelijk de financiële last van de werking van een kamer ten opzichte van het aantal behandelde dossiers, niet in aanmerking genomen terwijl hij dit, wat de te verlenen dienst betreft, had moeten doen krachtens het grondwettelijke beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie.