§ 1 . L'autorité de résolution, en coordination avec l'autorité compétente, exige et vérifie que les établissements de crédit respectent l'exigence minimale de fonds propres et de dettes éligibles visée à l'article 267/3, et, le cas échéant, l'exigence visée à l'article 267/4, et prend toute décision conformément au présent article parallèlement à l'élaboration et à l'actualisation des plans de résolution.
§ 1. In overleg met de bevoegde autoriteit verlangt de afwikkelingsautoriteit dat en verifieert zij of de kredietinstellingen voldoen aan het in artikel 276/3 bedoelde minimumvereiste inzake eigen vermogen en in aanmerking komende schulden en, in voorkomend geval, aan het in artikel 267/4 bedoelde vereiste, en neemt zij alle beslissingen overeenkomstig dit artikel, parallel met het opstellen en het actualiseren van de afwikkelingsplannen.