Installation et surveillance de l'administration de monoxyde d'azote inhalé pour le traitement de l'hypertension pulmonaire, y compris le monitoring de NO et NOx dans l'air inspiré ou expiré, chez un nouveau-né sous respiration contrôlée ou assistée continue, sous intubation trachéale ou trachéotomie :
Installatie van en toezicht op de toediening van geïnhaleerd stikstofmonoxide voor de behandeling van pulmonale hypertensie, inbegrepen de monitoring van NO en NOx in de in- of uitgeademde lucht, bij een pasgeborene onder gecontroleerde of geassisteerde continue beademing onder tracheale intubatie of tracheotomie :