Le dernier alinéa de l'article 9 de la proposition tend à empêcher que, dans le cadre de la responsabilité en matière de produits défectueux, celui contre lequel est réclamée la réparation de l'aléa thérapeutique, n'invoque l'exonération organisée par l'article 8, e), de la loi du 25 février 1991 relative à la responsabilité du fait des produits défectueux (le producteur d'un tel produit n'est pas responsable s'il prouve « que l'état des connaissances scientifiques et techniques au moment de la mise en circulation du produit par lui, ne permettait pas de déceler l'existence du défaut »).
Het laatste lid van artikel 9 van het voorstel wil voorkomen dat de persoon van wie de vergoeding van het therapeutisch ongeval gevorderd wordt, zich
in het kader van de productaansprakelijkheid kan beroepen op de vrijstelling van aansprakelijkheid ingesteld door artikel 8, e), van de wet van 25 februari 1991 betreffende de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (de fabrikant van een dergelijk product is niet aansprakelijk indien hij bewijst « dat het op grond van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis op het tijdstip waarop hij het product in het verkeer bracht, onmogelijk was het bestaan van het gebrek te ontdekk
...[+++]en »).