1. Les procureurs européens assurent, au nom de la chambre permanente et en respectant toute instruction donnée par celle-ci conformément à l’article 10, paragraphes 3, 4 et 5, la surveillance des enquêtes et des poursuites dont sont responsables les procureurs européens délégués chargés de l’affaire dans leur État membre d’origine.
1. Namens de permanente kamer en met inachtneming van de instructies die de kamer overeenkomstig artikel 10, leden 3, 4 en 5, heeft gegeven, houden de Europese aanklagers toezicht op de onderzoeken en strafvervolgingen waarvoor de gedelegeerd Europese aanklagers die de zaak behandelen in hun lidstaat van herkomst verantwoordelijk zijn.