En pareille situation, le ressortissant de pays tiers peut renverser cette présomption en présentant, par tout moyen crédible, des éléments de preuve tels que des titres de transport, des notes d’hôtel ou des justificatifs de sa présence en dehors de l’espace Schengen, démontrant qu’il a respecté les conditions de court séjour dans l’espace Schengen.
In een dergelijke situatie kan de onderdaan van een derde land dat vermoeden weerleggen door op enigerlei wijze geloofwaardige bewijsmiddelen over te leggen, zoals vervoerbewijzen, hotelrekeningen of bewijzen van zijn aanwezigheid buiten het Schengengebied, waaruit blijkt dat hij de voorwaarde inzake de duur van een kort verblijf in het Schengengebied heeft nageleefd.