L'article 5, paragraphe 7 prévoit qu'un résident d'un État contractant qui exerce pendant plus de deux mois des activités liées à l'exploration ou à l'exploitation du lit de la mer de l'autre État contractant et de son sous-sol ainsi que de leurs ressources naturelles est censé exercer ces activités par l'intermédiaire d'un établissement stable ou d'une base fixe situé dans cet autre État pour l'application de l'article 7 (bénéfices d'entreprises) et de l'article 14 (professions indépendantes).
Artikel 5, paragraaf 7 bepaalt dat een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat die gedurende meer dan twee maanden werkzaamheden uitoefent die verbonden zijn met het onderzoek of de ontginning van de in de andere overeenkomstsluitende Staat gelegen zeebodem of van de ondergrond van de zee, alsmede van de natuurlijke rijkdommen ervan, geacht wordt die werkzaamheden uit te oefenen met behulp van een in die andere Staat gelegen vaste inrichting of vaste basis voor de toepassing van artikel 7 (ondernemingswinst) en van artikel 14 (zelfstandige beroepen).