Pour les travaux de restauration réalisés sur des monuments protégés appartenant aux pouvoirs locaux, les coûts étaient en principe répartis comme suit : 60 % à charge de la Région flamande, 20 % à charge de la province et 20 % à charge de la commune (articles 15 et 20 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 14 décembre 2001 instaurant un régime de primes pour les travaux de restauration aux monuments protégés).
Voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten, toebehorend aan lokale besturen, werden de kosten in beginsel als volgt gedragen : 60 pct. door het Vlaamse Gewest en telkens 20 pct. door de provincie en de gemeente (artikelen 15 en 20 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten).