Comme mesure transitoire, le C. P.A.S. qui, le 1 octobre 2002 - date d'entrée en vigueur de la loi du 26 mai 2002 - octroyait un minimum de moyens d'existence à une personne visée à l'article 11, § 2, a, de la loi précitée du 26 mai 2002 reste compétent jusqu'à ce que l'intéressé ait interrompu ou terminé ses études (13).
Als overgangsmaatregel wordt bepaald dat het O.C. M.W. dat op 1 oktober 2002, het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, een bestaansminimum toekende aan een persoon bedoeld in artikel 11, § 2, a, van voormelde wet van 26 mei 2002, bevoegd blijft tot wanneer de betrokkene zijn studie heeft onderbroken of voleindigd (13).