La Cour, dans le cadre de la question préjudicielle posée par l'organisme national d'indemnisation, a considéré qu'une telle restriction était contraire à l'interdiction de toute discrimination fondée sur la nationalité consacrée par le traité.
De betrokken nationale instantie verwees de zaak voor een prejudiciële beslissing naar het Hof van Justitie, dat een dergelijke beperking in strijd verklaarde met het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit zoals in het Verdrag verankerd.