31. invite les États membres à adapter et à accroître les investissements dans l'éducation, la formation, la promotion des compétences entrepreneuriales et l'apprentissage tout au long de la vie de chacun, quel que soit son âge, non seulement à travers l'enseignement traditionnel, mais aussi via le développement de l'apprentissage non formel et de l'apprentissage informel, qui créent un potentiel de croissance supérieur, et met en garde contre le coût social et économique à long terme des restrictions budgétaires dans l'éducation;
31. verzoekt de lidstaten de investeringen in onderwijs, scholing, bevordering van ondernemerscapaciteiten en levenslang leren voor alle leeftijdsklassen aan te passen en uit te breiden, niet alleen via formeel leren, maar ook via de ontwikkeling van niet-formele en informele vormen van leren, die resulteren in een hoger groeipotentieel, en waarschuwt voor de sociale en economische kosten op de lange termijn van bezuinigingen op het onderwijs;