44. demande en outre au Conseil d'envisager d'adopter l'approche des gouvernements de certains États membres et de certaines ONG internationales d'établir chaque année, dans le contexte de son rapport annuel,
une liste des "pays particulièrement préoccupants" en matière de violations des droits de l'homme; suggère que ces pays soient mis en exergue en fonction de critères précis et transparents, fondés sur les thèmes énoncés dans les lignes directrices de l'Union européenne concernant les droits de l'homme, les traités dont ils sont partie et les engagements qu'ils ont souscrits, et e
n fonction des pays ...[+++]retenus par le Parlement pour faire l'objet de résolutions d'urgence, de façon à accorder une plus grande attention aux droits de l'homme lors de la mise en œuvre de toutes les politiques de l'Union européenne à l'égard des pays identifiés, notamment en prévoyant des sanctions en matière d'aide ou de commerce si les violations persistent; estime que des critères comme l'indépendance du pouvoir judiciaire et des médias, ainsi que le statut des organisations de la société civile, sont essentiels pour juger du respect effectif des droits de l'homme; 44. roept de Raad voorts op de mogelijkheid te onderzoeken de benadering van de regeringen van sommige lidstaten en van bepaalde internationale NGO's over te nemen en ieder jaar in verband met zijn jaarverslag met het oog op schendingen van de mensenrechten een lijst van "landen die speciale aandacht vereisen" vast te stellen; stelt voor dat deze landen volgens concrete en transparante criteria worden aangemerkt, uitgaande van de thema's van de EU-richtsnoeren inzake de mensenrechten, en dat over de door het Parlement geselecteerde landen dringende res
oluties worden opgesteld, teneinde te zorgen voor sterkere aandacht voor de mensenrech
...[+++]ten bij de uitvoering van alle beleidsmaatregelen van de EU met betrekking tot de betrokken landen, met inbegrip van het opleggen van sancties op het gebied van bijstand of handel wanneer deze schendingen aanhouden; meent dat bij de beoordeling van de toestand van de mensenrechten bepaalde criteria van essentieel belang zijn, zoals de onafhankelijkheid van het rechtswezen en de media, alsook de status van organisaties uit het maatschappelijk middenveld;