En matière d'impôt des personnes physiques, la question de savoir si la location d'emplacements pour véhicules relève de la gestion du patrimoine privé ou constitue plutôt une occupation lucrative ou une activité professionnelle proprement dite doit toujours être appréciée en fonction des éléments de fait et de droit propres à chaque cas particulier, étant entendu que le fait que l'intéressé possède pour cette activité la qualité d'assujetti à la TVA n'implique pas que les revenus qu'il en retire constituent ipso facto des revenus professionnels au sens de l'article 23, § 1er, 1o ou 2o, CIR 92.
Inzake personenbelasting moet de vraag of de verhuur van stallingen voor rijtuigen tot het beheer van het privé-patrimonium behoort, dan wel een winstgevende bezigheid of een eigenlijk beroepswerkzaamheid uitmaakt, bij voortduur worden beantwoord aan de hand van de feitelijke en juridische gegevens van elk geval afzonderlijk, waarbij het feit dat de betrokkene daarvoor de hoedanigheid van BTW-belastingplichtige heeft niet impliceert dat de eruit verkregen inkomsten ipso facto beroepsinkomsten in de zin van artikel 23, § 1, 1o of 2o, WIB 92 zijn.