Á la fin de la protection temporaire, les obligations prévues au chapitre III restent d'application pour les personnes ayant été couvertes par la protection temporaire bénéficiant d'un programme de retour volontaire, à moins que l'État membre d'accueil ne décide d'appliquer intégralement les dispositions prévues à l'article 19.
Aan het einde van de tijdelijke bescherming blijven voor personen die voor die bescherming in aanmerking zijn gekomen en onder een programma voor vrijwillige terugkeer vallen, de in hoofdstuk III van de onderhavige richtlijn bedoelde verplichtingen van kracht, tenzij de lidstaat van opvang besluit het bepaalde in artikel 19 onverkort toe te passen .