De ce fait, l'écart entre les hommes et les femmes en termes d'emploi a continué à se rétrécir en 1999, le taux d'emploi des femmes âgées de 15 à 64 ans passant de 51 % en 1998 à 52 %, tandis que celui des hommes passait de 71 à 71,5 %.
Als gevolg hiervan zette de vernauwing van de werkgelegenheidskloof tussen mannen en vrouwen zich in 1999 voort, waarbij de netto arbeidsdeelname van vrouwen in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar steeg van 51% in 1998 naar 53%, terwijl die van mannen steeg van 71% naar 71,5%.