21. estime que l'Europe doit orienter ses politiques pour l'emploi vers une "stratégie pour devenir aisés par le travail", en investissant dans l'éducation, les compétences et l'apprentissage électronique, l
'enseignement et la revalorisation des qualifications garantissant dès lors la productivité, le maintien et la création d'emplois de haute qualité, aptes à procurer des revenus décents, une plus grande mobilité professionnelle et géographique, sans oublier les préoccupations de santé et de sécurité au travail, et des droits sociaux forts; souligne l'apport du tiers secteur à l'accroissement de l'emploi et à la réalisation d'autres ob
...[+++]jectifs de politique publique, et invite les États membres à mettre en œuvre de nouvelles stratégies pour le soutenir; 21. is van oordeel dat Europa zijn werkgelegenheidsbeleid moet ombuigen in de richting van een "strategie van rijk worden door werken" en hiertoe moet investeren in onderwijs, vaardigheden en onderricht per computer, waarbij onderwijs en ee
n actualisering van kwalificaties resulteren in productiviteit, de instandhouding en het scheppen van kwalitatief hoogwaardige banen, die behoorlijke lonen kunnen garanderen, en in een grotere beroepsmobiliteit en geografische mobiliteit, inclusief gezondheid en veiligheid op het werk en behoorlijke sociale rechten; wijst op de bijdrage van de derde sector aan meer werkgelegenheid en het verwezenlijke
...[+++]n van andere doelstellingen van het overheidsbeleid en roept de lidstaten op nieuwe strategieën te ontwikkelen om deze sector te steunen;