Question 1 Il existe effectivement b
ien une explication valable à l'impôt dans la situation définie comme paradoxale par l'honorable membre, à savoi
r: - le fait que le revenu garanti aux personnes âgées soit un revenu professionnel imposable au titre de pension au sens de l'article 34, 1er, 1o, du Code des impôts sur les revenus 1992 (CIR 92), alors que les indemnités octroyées en vertu de la loi du 7 août 1974 insti
tuant le droit à un minimum de moyens ...[+++] d'existence ne tombent pas dans le champ d'application de l'impôt des personnes physiques; - le principe du cumul des revenus imposables de sources différentes, en l'occurrence, des revenus divers (rentes alimentaires) et des revenus professionnels (pensions); - la progressivité de l'impôt; - le dépassement de la quotité exemptée d'impôt (165.000 francs pour un isolé, indexé à 181.000, 186.000 et 191.000 francs pour, respectivement, les exercices d'imposition 1993, 1994 et 1995); - la limitation de la réduction d'impôt pour pensions à la quotité de l'impôt afférente aux pensions.Vraag 1 Voor de belasting in de door het geacht lid als paradoxaal omschreven situatie, is er wel degelijk een afdoende verklaring, namelijk: - het feit dat het gewaarborgd inkomen voor bejaarden een als pensioen belastbaar beroepsinkomen is in de zin van artikel 34, 1, 1o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92), terwijl de vergoedingen die worden toegekend krachtens de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum niet in het toepassingsgebied van d
e personenbelasting vallen; - het principe van de samenvoeging van de belastbare inkomsten uit verschillende bronnen, in casu divers inkomen
...[+++](onderhoudsuitkeringen) en beroepsinkomen (pensioenen); - de progressiviteit van de belasting; - het overschrijden van de belastingvrije som (165.000 frank voor een alleenstaande, geïndexeerd tot 181.000, 186.000 en 191.000 frank voor de aanslagjaren 1993, 1994 respectievelijk 1995); - de beperking van de belastingvermindering voor pensioenen tot het gedeelte van de belasting dat op de pensioenen betrekking heeft.