Le juge a quo demande à la Cour si les articles 10 et 11 de la Constitution sont violés en ce que les revenus cadastraux sont indexés sans distinction, en vue du calcul du précompte immobilier, alors que le revenu cadastral du matériel et de l'outillage serait d'une tout autre nature que le revenu cadastral des autres biens immobiliers.
De verwijzende rechter vraagt het Hof of de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn geschonden doordat, voor de berekening van de onroerende voorheffing, de kadastrale inkomens zonder onderscheid worden geïndexeerd, terwijl het kadastraal inkomen van materieel en outillage van een gans andere aard zou zijn dan het kadastraal inkomen van andere onroerende goederen.