9. a) i) Si un État Partie reçoit, d'une part, de la Cour et, d'autre part, d'un autre État dans le cadre d'une obligation internationale, des demandes concurrentes ayant un autre objet que la remise ou l'extradition, il s'efforce, en consultation avec la Cour et cet autre État, de faire droit aux deux demandes, au besoin en différant l'une ou l'autre ou en la subordonnant à certaines conditions;
9. a) (i) Ingeval een Staat die Partij is, enerzijds van het Hof en anderzijds van een andere staat in het kader van een internationale verplichting, concurrerende verzoeken ontvangt, die geen betrekking hebben op overdracht of uitlevering, moet eerstgenoemde Staat in overleg met het Hof en met de andere staat, trachten te voldoen aan beide verzoeken, indien nodig, door een ervan uit te stellen of afhankelijk te stellen van bepaalde voorwaarden.