E. considérant que le taux d'emploi des femmes âgées de 55 à 64 ans était de 38,6 % en 2010, contre 54,5 % pour les hommes appartenant à la même tranche d'âge, et que, suivant les objectifs de l'Union, 75 % de sa population âgée de 20 à 64 ans devrait avoir un emploi à l'horizon 2020;
E. overwegende dat in 2010 de arbeidsparticipatie van vrouwen in de leeftijdsgroep van 55 tot 64 38,6% bedroeg, tegenover 54,5% voor mannen in dezelfde leeftijdsgroep; overwegende dat volgens de EU-streefcijfers 75% van de bevolking in de leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar tegen 2020 aan het werk zou moeten zijn;