D. considérant que la grande majorité des prisonniers palestiniens de la rive occidentale et de la bande de Gaza sont détenus dans des prisons à l'intérieur de l'État d'Israël, en sorte que leurs familles ne sont pas en mesure d'exercer leur droit de visite; considérant que le droit humanitaire international interdit de transférer des civils, détenus et prisonniers compris, d'un territoire occupé dans le territoire d'un État occupant; considérant que, en violation de l'article 116 de la IVConvention de Genève, quelque 1 240 prisonniers palestiniens, dont 840 mis au secret, ne peuvent recevoir de visites de leur famille proche,
D. overwegende dat de overgrote meerderheid van de Palestijnse gevangenen uit de westelijke Jordaanoever en de Gazastrook in gevangenissen op Isr
aëlisch grondgebied worden vastgehouden waardoor hun families geen gebruik kunnen maken van hun bezoekrecht; overwegende dat het humanitair recht voorziet in een verbod op het overbrengen van burgers, met inbegrip van arrestanten en gevangenen, van een bezet gebied naar het grondgebied van de bezettende staat, overwegende dat ongeveer 1240 Palestijnse gevangenen, inclusief 840 die worden vastgehouden in volledige afzondering, beroofd zijn van alle familiebezoek, hetgeen een schending inhoudt v
...[+++]an artikel 116 van het vierde Verdrag van Genève,