A cet égard, il y a lieu d'observer que l'article 17, § 4, de la loi du 12 juillet 1976 habilite le Roi uniquement à fixer les conditions de forme et de délai d'introduction des demandes, alors que cette loi, en ce qui concerne l'examen des demandes, comporte déjà un régime relativement élaboré qui ne confère une habilitation au Roi que sur quelques points (voir les articles 17, § 4, et 49, §§ 1, alinéa 1, et 2).
In dat verband moet worden opgemerkt dat de Koning in artikel 17, § 4, van de wet van 12 juli 1976 slechts wordt gemachtigd om de voorwaarden van vorm en termijn van indiening der aanvragen te bepalen, terwijl die wet wat betreft het onderzoek van de aanvragen reeds een vrij uitgewerkte regeling bevat waarbij slechts op enkele punten een delegatie aan de Koning is verleend (zie de artikelen 17, § 4, en 49, §§ 1, eerste lid, en 2).