Le stagiaire a, pour la durée du stage au parquet du procureur du Roi ou pour la durée du stage au parquet de l'auditeur du travail, la qualité d'officier de police judiciaire, auxiliaire respectivement du procureur du Roi ou de l'auditeur du travail, mais il ne peut en exercer les fonctions que sur commissionnement par le procureur général.
De stagiair heeft, voor de duur van de stage bij het parket van de procureur des Konings of voor de duur van de stage bij het parket van de arbeidsauditeur, de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier respectievelijk van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur, maar mag in die hoedanigheid niet optreden dan na aanstelling door de procureur-generaal.