Vertaling van "roi était trop étendue " (Frans → Nederlands) :

Il y a lieu de souligner que le Conseil d'État a également estimé, dans le cadre de son avis sur le projet de loi précité, que la délégation conférée au Roi était trop étendue.
Er dient op gewezen dat de Raad van State in zijn advies over het ontwerp van bovenvermelde wet ook stelde dat de delegatie aan de Koning te ruim was.

Le Conseil d'État a fait observer que la disposition en question incluait une délégation de compétence au Roi beaucoup trop étendue.
De Raad van State liet opmerken dat de kwestieuze bepaling een veel te ruime bevoegdheidsdelegatie aan de Koning inhoudt.

D'une manière générale, la délégation au Roi est trop étendue en matière d'élections médicales.
Over het algemeen is de aan de Koning verleende delegatie inzake medische verkiezingen te ruim.

L'amendement nº 27 des mêmes auteurs fait suite aux observations du Conseil d'État selon lequel les compétences qui sont conférées au Roi sont trop étendues.
Het amendement nr. 27 van dezelfde indiensters gaat terug op de opmerkingen van de Raad van State in verband met de al te uitgebreide bevoegdheden die aan de Koning worden toegekend.

Dans son avis relatif à l'avant-projet de décret, la section de législation du Conseil d'Etat a considéré que l'habilitation conférée au Gouvernement flamand pour déterminer les différentes catégories d'unités de vie et la composition du revenu de référence - les notions d'« unités de vie » et de « revenu de reférence » sont essentielles dans le nouveau système de l'aide financière aux études - était trop étendue pour être compatible avec l'article 24, § 5, de la Constitution (Doc. parl., Parlement flamand, 2003-2004, n° 2208/1, pp. 76-78).
In haar advies bij het voorontwerp van decreet achtte de afdeling wetgeving van de Raad van State de machtiging die aan de Vlaamse Regering werd gegeven om de verschillende categorieën van leefeenheden en de samenstelling van het referentie-inkomen te bepalen - « leefeenheid » en « referentie-inkomen » zijn essentiële begrippen in het nieuwe systeem van de studiefinanciering - te ruim om met artikel 24, § 5, van de Grondwet bestaanbaar te zijn (Parl. St., Vlaams Parlement, 2003-2004, nr. 2208/1, pp. 76-78).

Il est également rappelé que le Tribunal, dans son arrêt dans les affaires jointes T-163/94 et T-165/94 (9), a considéré que le délai souple applicable aux termes de l’ancien règlement de base ne pouvait pas être étendu au-delà de limites raisonnables et a jugé qu’une enquête durant plus de trois ans était trop longue.
Er zij ook aan herinnerd dat het Gerecht in zijn arrest in de gevoegde zaken T-163/94 en T-165/94 (9) heeft geoordeeld dat zelfs de minder stringente termijn die van toepassing was in de oude basisverordening niet langer dan redelijk verlengd kon worden en een onderzoek van meer dan drie jaar te lang was.

Le minimum de moyens d'existence était, quant à lui, réservé par la loi du 7 août 1974 « instituant le droit à un minimum de moyens d'existence » aux seuls Belges, le Roi ayant néanmoins étendu le champ d'application personnel de cette loi aux personnes bénéficiant du règlement (CEE) n° 1612/68 du Conseil du 15 octobre 1968 relatif à la libre circulation des travailleurs à l'intérieur de la Communauté, ainsi qu'aux apatrides et aux réfugiés visés à l'article 4 de la loi du 27 février 1987.
Het bestaansminimum was bij de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum voorbehouden aan de Belgen, waarbij de Koning niettemin het personele toepassingsgebied van die wet heeft uitgebreid tot de personen die het voordeel genieten van de toepassing van de verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap, en tot de staatlozen en vluchtelingen bedoeld in artikel 4 van de wet van 27 februari 1987.

La Cour de cassation avait précisé à l'époque qu'un des motifs par lesquels le Roi devait se laisser guider dans sa décision d'accorder ou non son autorisation était la question de savoir si les charges liées au legs n'étaient pas trop lourdes (Cassation, 9 mai 1946, Pas., 1946, I, p. 182).
Door het Hof van Cassatie werd destijds gepreciseerd dat een van de motieven waardoor de Koning zich moest laten leiden bij Zijn beslissing om al dan niet machtiging te verlenen, de vraag was of aan de gift geen te zware lasten waren verbonden (Cassatie, 9 mei 1946, Pas., 1946, I, blz. 182).