28. demande à la Commission de présenter dans les meilleurs délais un rapport au Parlement et au Conseil examinant les différentes options et formulant des propositions en vue d'une feuille de route vers l'émission conjointe d'instruments de dette publique, en tenant compte des conditions financières, budgétaires et juridiques; estime que dans ce contexte, et compte
tenu du rapport Von Rompuy du 12 octobre 2012, la Commission devrait porter une attention particulière à la possibilité d'introduire un fonds d'amortissement qui combine
...[+++]l'émission conjointe provisoire de dette et des règles strictes en matière d'ajustement budgétaire entre les pays dont l'endettement est supérieur à 60 % du PIB, les pays participants s'engageant à procéder au remboursement, de façon à permettre à tous les pays participants de réduire leur endettement excessif sur une période de référence de 25 ans, ce qui constitue une période plus longue que la période prévue par le pacte de stabilité et de croissance renouvelé mais, dans la pratique, exige également une croissance économique suffisante et une discipline budgétaire très stricte; 28. vraagt de Commissie het Parlement en de Raad zo snel mogelijk een verslag voor te leggen waarin de opties worden onderzocht en voorstellen worden gedaan voor een routekaart voor de gemeenschappelijke uitgifte van staatsschuldinstrumenten, rekening houdend met financiële, budgettaire en wettelijke aspecten; meent dat de Commissie in dit verband, en parallel met het tusse
ntijdse verslag-Van Rompuy van 12 oktober 2012, bijzondere aandacht moet besteden aan de haalbaarheid van de oprichting van een aflossingsfonds – waarbij de tijdelijke gemeenschappelijke uitgifte van schuldinstrumenten wordt gecombineerd met strenge regels voor begrot
...[+++]ingsaanpassingen – voor landen waarvan de schuldenlast meer dan 60% van het bbp bedraagt, waarbij de deelnemende landen zich ertoe verbinden hun terugbetalingen te doen, zodat alle deelnemende landen hun buitensporige schuldenlast binnen een benchmarktermijn van 25 jaar kunnen verminderen, wat een langere periode is dan die in het vernieuwde Stabiliteits- en groeipact is vastgelegd, maar waarvoor in de praktijk eveneens voldoende economische groei en zeer strikte financiële discipline vereist zijn;