La vitesse de rotation des freins doit correspondre à une vitesse initiale du véhicule de 30 km/h dans le cas d'un véhicule de classe C1, de 40 km/h dans le cas d'un véhicule de classe C2, de 60 km/h dans le cas d'un véhicule de classe C3, lorsque le véhicule tracté se déplace en marche avant et de 6 km/h lorsque le véhicule tracté se déplace en marche arrière.
De rotatiesnelheid van de remvlakken moet, wanneer het getrokken voertuig vooruit beweegt, overeenkomen met een beginsnelheid van het voertuig van 30 km/h in het geval van een voertuig van klasse C1, van 40 km/h in het geval van een voertuig van klasse C2 en van 60 km/h in het geval van een voertuig van klasse C3, en, wanneer het getrokken voertuig achteruit beweegt, met een beginsnelheid van 6 km/h.