Le juge a quo demande à la Cour si cette disposition viole le principe d'égalité et de non-discrimination en ce que, dans l'hypothèse d'une condamnation du ch
ef d'une infraction commise avec un véhicule à moteur, pouvant donner lieu à une déchéance du droit de conduire, et lorsque le cou
pable est titulaire depuis moins de deux ans du permis de conduire B, elle oblige le juge à prononcer la déchéance du droit de conduire et à subordonner la réintégration dans le droit de conduire au moins à la réussite des examens théorique ou pratique
...[+++], tandis que le juge n'est pas tenu de prononcer la déchéance en cas d'accident de roulage, imputable au fait personnel de son auteur, entraînant seulement des blessés légers ou en cas d'infractions du deuxième degré, visées à l'article 29, § 1, des lois coordonnées relatives à la police de la circulation routière.De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of die bepaling het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schendt doordat zij de rechter verplicht om bij een veroordeling wegens een overtreding begaan met een motorvoertuig die tot een verval van het recht tot sturen kan leiden en wanneer de schuldige sinds minder dan twee jaar houder is van het rijbewijs B, het verval van het recht tot sturen uit te spreken en het herstel van het recht tot sturen minstens afhankelijk te maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch examen, terwijl de rechter daartoe niet is verplicht in het geva
l van een verkeersongeval te wijten aan het persoo ...[+++]nlijk toedoen van de dader met enkel lichtgewonden of in geval van overtredingen van de tweede graad bedoeld in artikel 29, § 1, van de gecoördineerde wetten betreffende de politie over het wegverkeer.