8. fait observer qu'une bonne gestion de la politique des matières premières est essentielle à une stratégie efficace; souligne qu'une stratégie efficace doit comporter un dialogue constant avec les parties concernées; souligne la nécessité d'une coordination étroite et de l'échange d'informations au sein de la Commission et du Parlement européen et entre les États membres; préconise la création en 2011 d'un groupe de travail interservice de haut niveau pour les matières premières, comme il en existe en France et aux États-Unis, regroupant les directions générales compétentes, le Centre commun de recherche, l'Agence européenne pour l'environnement et le SEAE, pour élaborer, suivre et réviser les politiques, y compris les accords de parte
...[+++]nariat, assurer la cohérence stratégique et promouvoir la mise en place d'un système d'alerte précoce, notamment ciblé sur les distorsions du marché et les conflits attisés par les ressources naturelles, groupe de travail qui serait accompagné d'un groupe de suivi; demande à la Commission d'élaborer une feuille de route pour les matières premières en Europe à l'horizon 2050 qui cernerait l'évolution future, les risques et les possibilités dans les secteurs des matières premières et des matières premières critiques et permettrait aux industries européennes, aux établissements universitaires et de recherche d'engager une planification et des investissements à long terme; invite en outre la Commission à encourager les États membres à élaborer leurs propres stratégies des matières premières et à promouvoir entre eux la coordination et l'échange de bonnes pratiques, y compris en ce qui concerne la dimension extérieure; est d'avis que la communication à venir sur la dimension extérieure de l'énergie pourrait servir de base dans ce contexte; 8. wijst erop dat een doeltreffend grondstoffenbeleid van cruciaal belang is voor het succes van de grondstoffenstrategie; is van oordeel dat een effectieve strategie om een continue dialoog met de betrokken partijen moet omvatten; benadrukt de noodzaak van nauwere samenwerking tussen en betere informatieverschaffing binnen de Commissie en het Europees Parlement, en tussen de lidstaten; beveelt aan in 2011 een interdepartementale task force op hoog niveau voor grondstoffen op te richten, zoals in Frankrijk en de VS, met vertegenwoordigers van de relevante DG's, het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek, het Europees Milieuagentschap en de EDEO, om beleid te ontwikkelen, te controleren en te herzien, inclusief partnerschapsovereenkomst
...[+++]en, voor strategische samenhang te zorgen en de aanzet te geven voor de oprichting van een systeem voor vroegtijdige waarschuwing, waaronder voor conflicten die het gevolg zijn van marktverstoringen en grondstoffentekorten, aangevuld met een groep voor monitoring; verzoekt de Commissie een Europese routekaart voor grondstoffen met horizon 2050 te ontwikkelen, in het kader waarvan potentiële toekomstige ontwikkelingen, bedreigingen en kansen met betrekking tot grondstoffen en kritieke grondstoffen in kaart worden gebracht, en die Europese industrieën, wetenschappelijke en onderzoeksinstellingen kan helpen bij langetermijnplanning en -investeringen; verzoekt de Commissie daarnaast de lidstaten te helpen bij het ontwikkelen van hun eigen grondstoffenstrategieën, en samenwerking en de uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten te bevorderen, waaronder met betrekking tot de externe dimensie; geeft in overweging dat de aangekondigde mededeling over de externe dimensie van energie als voorbeeld zou kunnen dienen;