2. « Les articles 197 et 198, § 3, de la loi générale sur les douanes et accises, co
ordonnée par arrêté royal du 18 juillet 1977, interprétés en ce sens qu'ils autorisent l'accès à des locaux habités sans communication de documents, ni explications verbales ou motivation circonstanciée ou, en cas d'explications verbales, sur la base d'explications verbales qui ne sont pas jointes au dossier pénal, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que la légalité de l'autorisation délivrée par le juge de police en vertu de cette disposition, en vue de
...[+++] pénétrer dans des locaux habités, ne peut être contrôlée par aucun juge, alors que la perquisition ordonnée en application de l'article 89bis du Code d'instruction criminelle peut être contestée devant le juge du fond ?2. « Schenden de artikelen 197 en 198, § 3, van de algemene wet van (coördinatie bij
koninklijk besluit van) 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen, geïnterpreteerd in de zin dat zij het betreden van bewoonde lokalen toelaat, zonder mededeling van bescheiden, mondelinge toelichtingen of grondige motivering, of, in geval van mondelinge toelichtingen, kan steunen op mondelinge toelichtingen die niet aan het strafdossier worden gevoegd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 6, § 1, EVRM, in zoverre de ingevolge die bepaling door de politierechter afgeleverde toestemming om toegang te verkrijgen tot bewoond
...[+++]e lokalen door geen enkele rechter op haar legaliteit kan worden gecontroleerd, terwijl de huiszoeking afgeleverd in toepassing van artikel 89bis van het Wetboek van Strafvordering kan worden betwist voor de feitenrechter ?