2. observe qu'en 2011 le marché européen de l'art a connu une forte progression; le Royaume-Uni conserve une part de marché de 19,4 % du marché mondial avec une augmentation de 24 % du volume des ventes; la France détient 4,5 % de part de marché pour un volume d'affaire en hausse de 9 %; enfin l'Allemagne, avec une part de marché de 1,8 %, a connu une hausse des ventes de 23 % ;
2. wijst erop dat de Europese kunstmarkt in 2011 sterk is gegroeid: het Verenigd Koninkrijk behield een aandeel van 19,4% in de wereldwijde markt, waarbij het verkoopvolume met 24% toenam; het marktaandeel van Frankrijk bedroeg 4,5%, waarbij de omzet met 9% toenam, en in Duitsland nam de verkoop met 23% toe, met een marktaandeel van 1,8% ;