Dans ce contexte, la Commission a noté que les arguments du Royaume-Uni selon lesquels l'augmentation des coûts de production ne pouvait être répercutée sans provoquer d'importantes baisses des ventes étaient fondés sur une comparaison entre l'augmentation des prix due à l'instauration de l'AGL (hausse de 0,25 à 0,30 GBP/tonne environ en Irlande du Nord entre 2001 et 2002 contre 1 à 1,40 GBP/tonne pour la Grande-Bretagne).
De Commissie merkte in dit kader op dat de argumenten van het Verenigd Koninkrijk dat de stijging van de productiekosten niet kon worden doorberekend zonder te leiden tot aanzienlijke verkoopdalingen, gebaseerd waren op een vergelijking van de prijsstijging in Noord-Ierland en Groot-Brittannië als gevolg van de invoering van de heffing (ongeveer 0,25-0,30 GBP/ton in 2002 ten opzichte van 2001 in Noord-Ierland, terwijl de prijs in Groot-Brittannië was gestegen met 1-1,40 GBP/ton).