79. admet qu'il ne peut y avoir d'approche unique de la RSE, mais reconnaît que la profusion des initiatives en matière de RSE, bien q
ue témoignant d'une prise de conscience de l'importance des politiques en la matière, peut générer des coûts supplémentaires et constituer un obstacle à la mise en œuvre, sapant ainsi la confiance et l'équité; estime que la mise en œuvre des principes directeurs en matière de RSE doit en revanche laisser une marge de manœuvre suffisante eu égard aux besoins spécifiques de tous les États membres et des régions ainsi que par rapport aux capacités des petites et moyennes entrep
rises; se félicite ...[+++]néanmoins de ce que la Commission s'engage, en collaboration avec le Parlement et le Conseil ainsi que d'autres organismes internationaux, à parvenir à long terme à une convergence fondamentale des initiatives en matière de RSE, à encourager l'échange des bonnes pratiques des entreprises en matière de RSE, ainsi qu'à promouvoir les lignes directrices de la norme internationale ISO 26000 afin de parvenir à une définition unique, cohérente et transparente de la RSE au niveau mondial; invite la Commission à contribuer efficacement à orienter et à coordonner les politiques des États membres de l'Union de manière à minimiser les risques de coûts supplémentaires pour les entreprises qui sont actives dans plusieurs États membres, du fait d'approches divergentes; 79. deelt de mening dat er geen „one size fits all”-benadering van MVO kan bestaan, maar erkent dat een overvloed aan verschillende M
VO-initiatieven weliswaar bewijst dat het belang van MVO-beleid wordt onderkend, doch extra kosten met zich mee kan brengen, een belemmering kan vormen voor de tenuitvoerlegging ervan en het vertrouwen en de rechtvaardigheid kan ondermijnen; is van mening dat er bij de tenuitvoerlegging van MVO-richtsnoeren voldoende speelruimte moet bestaan voor de specifieke eisen van de afzonderlijke lidstaten en regio´s, met speciale aandacht voor de capaciteit van kmo´s; verwelkomt niettemin de actieve samenwerking v
...[+++]an de Commissie, het Parlement en de Raad met andere internationale organen teneinde op de lange termijn een fundamentele convergentie van MVO-initiatieven te verwezenlijken, de uitwisseling en bevordering van goede bedrijfspraktijken met betrekking tot MVO, alsook de bevordering van de in de internationale ISO norm ISO 26 000 vastgelegde richtsnoeren, teneinde tot één allesomvattende, coherente en transparante definitie van MVO te komen; dringt er bij de Commissie op aan een doeltreffende bijdrage te leveren aan de begeleiding en coördinatie van het beleid van de EU-lidstaten om aldus het risico dat er als gevolg van divergente benaderingen extra kosten ontstaan voor in meerdere lidstaten actieve ondernemingen, zo veel mogelijk te beperken;