La Cour de justice de l'Union européenne est d'avis qu'une telle disposition, qui permet aux États membres de maintenir sans limitation dans le temps une dérogation à la règle des primes et des prestations unisexes, est contraire à la réalisation de l'objectif d'égalité de traitement entre les femmes et les hommes que poursuit la directive 2004/113 et incompatible avec les articles 21 et 23 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie is van mening dat een dergelijke bepaling, die het mogelijk maakt dat de lidstaten de regel van de unisekspremies en — uitkeringen zonder beperking in de tijd behouden, in strijd is met de verwezenlijking van de doelstelling van gelijke behandeling van vrouwen en mannen die wordt nagestreefd door richtlijn 2004/113, en onverenigbaar met de artikels 21 en 23 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.