Dans cet arrêt, la Cour conclut, après une analyse juridique solide, qu'il faut, pour le personnel occupé dans les postes diplomatiques ou consulaires étrangers en Belgique et n'étant pas visé par les conventions de Vienne, faire application de la loi sur le travail du 16 mars 1971 et de la réglementation du travail applicable aux travailleurs du secteur privé, ces postes ne pouvant être considérés comme participant de l'exercice de l'autorité publique belge.
In dat arrest oordeelt het Hof na een gedegen juridische analyse dat op het personeel dat bij de buitenlandse diplomatieke of consulaire posten in België tewerkgesteld is en niet onder de verdragen van Wenen valt de arbeidswet van 16 maart 1971 en de arbeidsreglementering voor de werknemers uit de privésector van toepassing zijn aangezien die posten niet mogen worden beschouwd als een onderdeel van de uitoefening van het Belgisch openbaar gezag.