Comme il n’existe pas de reconnaissance mutuelle des visas ni d’équivalence entre un titre de séjour et un visa dans les relations entre, d’une part, le Royaume-Uni et l’Irlande, et, d’autre part, les États membres Schengen, le règlement laisse toute latitude à chacun des États membres pour décider de dispenser cette catégorie de personnes de l’obligation de visa ou de la lui imposer.
Het Verenigd Koninkrijk en Ierland enerzijds en de Schengenlanden anderzijds zijn geen wederzijdse erkenning van visa overeengekomen noch hebben zij een regeling getroffen inzake gelijkwaardigheid van verblijfstitels en visa. Dientengevolge laat de verordening het aan de lidstaten over om individueel te beslissen of zij al dan niet de visumplicht instellen voor deze categorie personen.