Art. 78. § 1. Les directeurs et directeurs adjoints nommés à titre définitif d'établissements d'un centre d'enseignement qui, à la suite d'une restructuration d'établissements ou de l'offre d'enseignement, sont mis en disponibilité par défaut d'emploi, peuvent être mis au travail à titre personnel dans un cadre non organique qui est ajouté au centre d'enseignement, à condition que ces personnels ne puissent obtenir dans le centre d'enseignement ni une réaffectation comme directeur ou directeur adjoint, ni une remise au travail comme directeur adjoint dans une fonction organique, conformément à la réglementation relative à la mise en disponibilité par défaut d'emploi, la réaffectation et la remise au travail.
Art. 78. § 1. Vastbenoemde directeurs en adjunct-directeurs van instellingen van een scholengemeenschap, die door een herstructurering van instellingen of van het onderwijsaanbod ter beschikking zijn gesteld of worden gesteld wegens ontstentenis van betrekking kunnen op persoonlijke titel worden tewerkgesteld in een niet-organieke personeelsformatie die aan de scholengemeenschap wordt toegevoegd, op voorwaarde dat deze personeelsleden volgens de reglementering inzake terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling, binnen de scholengemeenschap geen reaffectatie als directeur of adjunct-directeur of wedertewerkstelling als adjunct-directeur in een organiek ambt, kunnen bekomen.