30. souligne que tout règlement entre la Chine et Taïwan ne pourra être dégagé que sur une base acceptable par les deux parties; émet l'avis que l'avenir des relations entre les deux Chines dépendra de la volonté des deux parties de faire preuve de souplesse, ainsi que de leur capacité de faire preuve d'imagination en ce qui concerne les mesures permettant de renouer le dialogue; estime que, compte tenu des réalisations de Taïwan en ce qui concerne la mise en place d'un système démocratique à part entière, et la création du pluralisme social et l'État de droit, il conviendrait de respecter et de justifier la volonté et l'approbation des 23 millions d'habitants de l'île en ce qui concerne un règlement pacifique entre les deux parties;
30. benadrukt dat schikkingen tussen China en Taiwan alleen maar tot stand kunnen komen op een grondslag die voor beide partijen aanvaardbaar is; meent dat de toekomst van hun wederzijdse betrekkingen afhangt van de bereidheid van elk van beide partijen om blijk te geven van inschikkelijkheid en van hun vindingrijkheid om stappen voor te stellen die een hervatting van de dialoog mogelijk maken; staat op het standpunt, gezien de verwezenlijkingen van Taiwan voor de uitbouw van een volledig ontwikkeld democratisch besteld en de eerbiediging van de rechtsstaat, dat de wens van de 23 miljoen inwoners van Taiwan in het vooruitzicht van een hopelijk vreedzaam vergelijk tussen de beide partijen geëerbiedigd en in acht genomen worden;