« Art. 4 bis. - § 1. Lors de la constatation, à l'occasion de contrôles techniques routiers de véhicules utilitaires, d'une des infractions spécialement désignées par le Roi, au règlement technique des véhicules pris en vertu de la présente loi, il peut, si le fait n'a pas causé de dommage à autrui et moyennant accord de l'auteur de l'infraction, être perçu une somme, soit immédiatement, soit dans le délai déterminé par le Roi.
« Art. 4 bis. - § 1. Bij het vaststellen, naar aanleiding van technische controles langs de weg van bedrijfsvoertuigen, van een der speciaal door de Koning aangewezen overtredingen van het technisch reglement van de voertuigen uitgevaardigd op grond van deze wet, kan, indien het feit geen schade aan derden heeft veroorzaakt, en met instemming van de overtreder, een som geheven worden, hetzij onmiddellijk, hetzij binnen een door de Koning bepaalde termijn.