M. Zenner rappelle que dans son intervention dans le cadre de la discussion générale, M. Vandenberghe a
fait valoir que les règles de droit international convent
ionnel ou coutumier auxquelles il est fait allusion dans l'article 12bis en projet n'obligent la Belgique à extrader ou à juger l'auteur présumé d'une violation grave du
droit international humanitaire qu'au cas où il se trouve sur notre territoire, et qu'il est prévenu (verdacht) de cette violation dans l'État demandeur, ce qui suppos
...[+++]e que les poursuites y aient déjà été entreprises à son encontre.De heer Zenner herinnert eraan dat de heer Vandenberghe in zijn toespraak bij de algemene bespreking erop heeft gewezen dat de regels van het internationaal verdrags- of gewoonterecht waarnaar wordt verwezen in artikel 12bis van het ontwerp, België alleen verplichten een vermoedelijke dader van een ernstige schending van het internationaal humanitair recht uit te wijzen of te berechten wanneer hij zich op ons grondgebied bevindt en wanneer hij van die schending wordt verdacht in de verzoekende Staat, wat veronderstelt dat er tegen hem reeds een vervolging werd aangevat.