Toutefois, si, dans l'hypothèse envisagée, l'arrêt de la Cour d'arbitrage appuyait sa décision sur la violation manifeste d'une règle constitutionnelle ou légale d'importance fondamentale concernant la compétence pour conclure des traités, il appartiendrait à l'autorité internationale éventuellement saisie du litige d'examiner si le traité est effectivement entaché de ce vice et dans l'affirmative, normalement, de constater la nullité du traité.
Indien in voornoemde veronderstelling het arrest van het Arbitragehof zijn beslissing zou steunen op de onmiskenbare inbreuk op een grondwettelijke of wettelijke regel die van fundamenteel belang is inzake de bevoegdheid om verdragen te sluiten, zou de internationale overheid, waarbij het geschil eventueel aanhangig is gemaakt, moeten onderzoeken of het verdrag dit gebrek inderdaad inhoudt en zo ja, normalerwijze de nietigheid van het verdrag moeten vaststellen.