Les États membres veillent à ce qu'une proportion raisonnable de personnes, au sein de la structure de direction de ces entreprises, responsables pour l'intermédiation en matière de produits d'assurance ainsi que toutes autres personnes prenant directement part à l'intermédiation en assurance ou en réassurance fassent la preuve des connaissances et aptitudes nécessaires pour l'exercice de leurs tâches.
De lidstaten zorgen ervoor dat een redelijk aantal personen in de leiding van die ondernemingen die verantwoordelijk zijn voor bemiddeling inzake verzekeringsproducten alsmede iedere andere persoon die zich rechtstreeks met verzekerings- of herverzekeringsbemiddeling bezighoudt, het bewijs levert te beschikken over de kennis en bekwaamheid die relevant is voor de vervulling van hun taken.