2. Les déchets visés à l'article 15.03, chiffre 1, à l'exception des ordures ménagères, doivent être déposés, contre justificatif, dans les stations de réception agréées par les autorités compétentes à des intervalles réguliers, déterminés par l'état et l'exploitation du bâtiment.
2. De in artikel 15.03, eerste lid, genoemde afvalstoffen, met uitzondering van huisvuil, moeten met regelmatige, van de staat en van het gebruik van het schip afhankelijke, tussenpozen tegen ontvangstbewijs worden afgegeven bij de door de bevoegde autoriteit toegelaten inrichting voor het ontvangen van afval.