(12) Les États membres devraient avoir la possibilité de prévoir que les coûts relatifs à l’aide juridictionnelle provisoire accordée aux suspects ou aux personnes poursuivies qui sont privés de liberté et aux personnes dont la remise est demandée puissent être réclamés à ces personnes, s'il ressort de l’évaluation du droit à l’aide juridictionnelle qu'elles ne remplissent pas les critères pour bénéficier de cette aide en vertu du droit national.
(12) De lidstaten dienen te kunnen bepalen dat de vergoeding van de kosten in verband met voorlopige rechtsbijstand voor verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en de vergoeding van de kosten in verband met de voorlopige rechtsbijstand voor gezochte personen, van deze personen kunnen worden teruggevorderd wanneer vervolgens bij de beoordeling of zij recht op rechtsbijstand hebben, wordt vastgesteld dat zij niet voldoen aan de criteria om op grond van de nationale wetgeving voor rechtsbijstand in aanmerking te komen.