Art. 11. En ce qui concerne les mouvements des navires d'un service d'une ligne régulière, le service de pilotage flamand peut réclamer à tout moment les preuves dont ressortent la propriété, la location ou la mise à la disposition de l'exploitant lors de l'arrivée d'un navire dans la région portuaire flamande ou de son départ.
Art. 11. Voor bewegingen van vaartuigen van een lijnvaartdienst kan de Vlaamse loodsdienst op elk moment de nodige bewijsmiddelen opvragen waaruit, op het ogenblik van de aankomst in of het vertrek uit de Vlaamse havenregio, de eigendom, de huur of de terbeschikkingstelling aan de exploitant blijkt.