Art. 3. Le président désigne un secrétaire et un secrétaire adjoint de l'autre rôle linguistique qui sont chargés de préparer les réunions, d'acter les délibérations et de rédiger les procès-verbaux.
Art. 3. De voorzitter duidt een secretaris en een adjunct-secretaris van de andere taalrol aan die belast worden met de voorbereiding van de vergaderingen, het acteren van de beraadslagingen en het opstellen van de notulen.