Sous le couvert de l'ancien article 488bis, a) à k), du Code civil, les héritiers et les tiers qui s'estimaient lésés pouvaient poursuivre la nullité d'un testament sur pied de l'article 901 du Code civil s'ils étaient en mesure de rapporter la preuve que le testateur n'était pas sain d'esprit au moment où il avait rédigé le testament contesté.
Erfgenamen en derden die zich benadeeld achtten, konden onder de toepassing van het vroegere artikel 488bis, a) tot k), van het Burgerlijk Wetboek, de nietigheid van een testament vorderen op grond van artikel 901 van het Burgerlijk Wetboek, indien het bewijs kon worden geleverd dat de testator ongezond van geest was op het ogenblik dat hij het betwiste testament opstelde.