3. constate que, dans le budget 2001, les paiements ont atteint 93,305 milliards EUR (budgets rectificatifs et supplémentaires 1/2001 et 2/2001 compris), alors qu'ils s'élevaient en 2000 à 89,441 milliards EUR; souligne que ces sommes représentent, respectivement, 1,09 % du PNB des États membres en 2001 (janvier 2001) et 1,11 % en 2000, confirmant la tendance à la réduction quasi constante de la part du PNB communautaire revenant au budget de l'Union, qui affichait 1,20 % en 1996;
3. wijst erop dat de betalingen in het kader van de begroting van de EU voor 2001 zijn gestegen tot € 93,305 miljard (inclusief de gewijzigde en aanvullende begrotingen 1/2001 en 2/2001), vergeleken met € 89,441 miljard op de begroting 2000; benadrukt dat dit 1,09% vertegenwoordigt van het BNP van de lidstaten in 2001 (januari 2001), vergeleken met 1,11% in 2000, hetgeen de trend bevestigt van een feitelijk constante verkleining van het aandeel van het BNP van de Gemeenschap voor rekening van de begroting van de EU, dat in 1996 1,2% bedroeg en sindsdien is gedaald;